Summary
Samenvatting: Laat maar zien H1,2,3,8,10,11,12
- Course
- Institution
- Book
Samenvatting van hoofdstuk 1,2,3,8,10,11,12 van het boek "Laat maar zien".
[Show more]Preview 3 out of 31 pages
Some examples from this set of practice questions
1.
Wat maakt volgens van Onna de mens een mens? A.zijn vermogen tot betekenis geven. B.zijn vermogen tot vormgeven. C.zijn behoefte om de werkelijkheid aan te passen. D.zijn behoefte om kunst te maken.
Answer: B. zijn vermogen tot vormgeven. Voor de mens is, volgens Van Onna, het vermogen tot vormgeven uniek.
2.
Wat zijn, volgens van Onna, iconen? A.Paneelschildering van een heilige. B.De meest karakteristieke beelden van een generatie. C.Afbeeldingen. D.Kleine plaatjes op een webpagina die meestal een link bevatten.
Answer: B.De meest karakteristieke beelden van een generatie. Iconen zijn de meest karakteristieke beelden van een generatie
3.
Wat verstaan we onder het begrip visuele representatie? A. dat een beeldende uiting een functie heeft. B. het aanpassen van een object uit de omgeving. C. dat je iets laat zien om iets anders mee uit te drukken. D. een object uit de omgeving.
Answer: C.dat je iets laat zien om iets anders mee uit te drukken. Het begrip visuele representatie betekent dat je iets laat zien om iets anders mee uit te drukken.
4.
Wat betekent het begrip narratief? A.verhalend B.clownesk C.sprekend D.verduidelijkend
Answer: A.verhalend Het begrip narratief betekent verhalend.
5.
Maak de juiste combinaties. 1. functioneel gebruiksgemak 2. aanschouwelijk ordenend 3. narratief 4. verbeeldend A. glas in lood raam met Bijbelse voorstelling B. schets van Gandalf C. stoel D. grafiek
Answer: 1C 2D 3A 4B Een stoel is functioneel gebruiksgemak, een grafiek is aanschouwelijk ordenend, een glas in lood raam met Bijbelse voorstelling is narratief, een schets van Gandalf is verbeeldend.
Some examples from this set of practice questions
1.
Waarom is waarnemen een intentionele activiteit? A. omdat iedere persoon een eigen beeld van de objectieve omgeving maakt. B. omdat iedere persoon hetzelfde waarneemt. C. omdat waarnemen op een onbewust niveau gebeurt. D. omdat waarnemen functioneel is.
Answer: A. omdat iedere persoon een eigen beeld van de objectieve omgeving maakt.
2.
Welk begrip is een productcomponent? A. vorm B. beschouwing C. materie D. werkwijze
Answer: A + D De begrippen vorm en materie zijn productcomponenten. Beschouwing en werkwijze zijn procescomponenten.
3.
Wat bedoelt Van Onna met het begrip betekenis? A. het onderwerp dat het beeld vertelt. B. het geheel van associaties en emoties dat een beeld teweeg kan brengen. C. het interpreteren van het beeld door herkenning van dingen uit de ons omringende wereld. D. dat wat de maker wil vertellen.
Answer: B. het geheel van associaties en emoties dat een beeld teweeg kan brengen.
4.
Er zijn verschillende beeldende begrippen met betrekking tot betekenis. Maak de juiste combinaties. 1. surrealistisch 2. abstract 3. concreet 4. impressionistisch A. beelden die verwijzen naar niet bestaande, droomachtige situaties. B. beelden die een globale visuele indruk geven van een bestaande situatie. C. beelden die zijn wat ze zijn. D. beelden die verwijzen naar een begrip of idee, iets dat niet te zien is.
Answer: 1A 2D 3C 4B
5.
Wat verstaat Van Onna onder materie? A. materialen en gereedschappen. B. datgene waarvan een beeld is gemaakt of gemaakt kan worden. C. een grondstof. D. het eindproduct.
Answer: B. datgene waarvan een beeld is gemaakt of gemaakt kan worden.
Some examples from this set of practice questions
1.
Waardoor wordt de mate van beheersing van een motorische handeling bepaald? A. door de combinatie van rijping en handigheid. B. door de combinatie van rijping en oefening. C. door de combinatie van handigheid en leeftijd. D. door de combinatie van leeftijd en oefening.
Answer: B. door de combinatie van rijping en oefening.
2.
Welke componenten komen terug in het basisplan? A. materiaal B. fantasie C. onderzoek D. betekenis E. beschouwing F. analyse G. vorm H. reflectie I. werkwijze
Answer: A - C - D - E - G - H - I
3.
Uit de lesvoorbereiding 'Toverlantaarn': Materiaal: lege jampot, rode, blauwe en zwarte glasverf, stukje ijzerdraad Aan de slag: was het jampotje. Schilder vervolgens het voorbeeld met zwarte verf over op het potje. Zorg dat je steeds evenveel tussenruimte gebruikt. Vul de cirkel van de zon met rode verf, de omgeving met blauwe verf. Laat de verf drogen. Wikkel een stukje ijzerdraad om de jampot als handvat. Bron: Knutsel-de-frutsel, Francesca Vonk, 2003 Over welke van onderstaande componenten wordt in deze lesvoorbereiding niets gezegd? A. onderzoek B. materie C. werkwijze D. vorm E. beschouwing Een of meer antwoorden zijn juist.
Answer: A + D + E
4.
In welke fase komt de component vorm aan bod? A. oriëntatie, nabeschouwing. B. oriëntatie, uitvoering, nabeschouwing. C. uitvoering, nabeschouwing. D. uitvoering
Answer: B. oriëntatie, uitvoering, nabeschouwing.
5.
In welke lesfase komt de component onderzoek terug? A. nabeschouwing B. uitvoering C. oriëntatie D. reflectie Een of meer antwoorden zijn goed.
Answer: A + B + C
Some examples from this set of practice questions
1.
Zet het juiste deelaspect achter het beeldaspect. 1. Kleur 2. Ruimte 3. Vorm 4. textuur A. wijze van ontstaan B. huis en geleding van het oppervlak C. symboliek D. standpunt
Answer: 1C, 2D, 3A, 4B
2.
Over een paar weken is het weer kerst. Je wilt samen met de kinderen van groep 5 de klas versieren. Ieder kind schildert een kerstboom met plakkaatverf. De bomen worden daarna uitgeknipt. Maar je wilt niet dat de bomen egaal worden ingekleurd. Welk beeldaspect breng je onder de aandacht? A. kleur (kleurnuance) B. ruimte (plaatsing op het grondvlak) C. vorm (lijn en vlak) D. compositie (ritme) E. textuur (stofuitdrukking) Een of meer antwoorden zijn juist.
Answer: A + E
3.
Stelling: "Bij een tekening bepaalt de plaats van de dingen in het grondvlak hun ruimtelijke positie. Een hogere plaatsing in het grondvlak betekent dichterbij." Juist / onjuist ?
Answer: onjuist
4.
Welke kleur ontstaat door menging van blauw en oranje? A. bruin B. grijs C. paars D. beige
Answer: B. grijs
5.
Stelling: "Textuur is een begrip waarmee we de geaardheid van het oppervlak kunnen aangeven." Juist / onjuist ?
Answer: juist
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eefje20. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $3.33. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
88807 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now