100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting boek Toegepaste Statistiek $3.30   Add to cart

Summary

Samenvatting boek Toegepaste Statistiek

  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek Toegepaste Statistiek: Inductieve technieken van Arie van Peet, Kirsten Namesnik en Joop Hox. Exclusief 6.2, 7.3, 8.2, Hoofdstuk 9 en Hoofdstuk 12.

Preview 3 out of 36  pages

  • Yes
  • March 29, 2016
  • 36
  • 2015/2016
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: dennie169 • 6 year ago

review-writer-avatar

By: WoutCop • 7 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 20 Flashcards
Free 11 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Bij statistische toetsen gebruiken we een kansverdeling, bijvoorbeeld de normale verdeling of de t-verdeling. Wat is het grote voordeel hiervan voor de onderzoeker?

Answer: Je hoeft maar één steekproef te trekken en je kunt toch een steekproevenverdeling gebruiken.

2.

De gestandaardiseerde CITO score van een leerling is 0,55. Hoe goed of slecht scoort deze leerling? Ga ervan uit dat de populatie normaal verdeeld is.

Answer: Deze leerling hoort bij de 30% beste leerlingen.

3.

De populatie tentamencijfers voor het vak Inferentiële Statistiek is normaal verdeeld met een gemiddelde van 5,4 en een standaardafwijking van 2,4. Welk cijfer heeft een student met een gestandaardiseerde (z-)score van -0,5?

Answer: 4,2.

4.

Een onderzoeker trekt een steekproef uit alle Nederlandse gezinnen met minstens twee kinderen. Zij toetst het verschil in internetgebruik tussen het oudste en jongste kind in het gezin met een t-toets voor gepaarde waarnemingen. Waarom gebruikt zij deze toets?

Answer: Omdat zij herhaalde metingen heeft voor hetzelfde gezin.

5.

Het zuivelbedrijf waar je stage loopt, wil weten of hun imago onder stakeholders beter is dan hun imago onder de eigen werknemers. Jij krijgt de opdracht om deze onderzoeksvraag via steekproefonderzoek te beantwoorden. Je meet het bedrijfsimago met een schaal die loopt van 0 (uiterst negatief imago) tot 10 (uiterst positief imago). Welke statistische nulhypothese formuleer je?

Answer: H0: μStakeholders = μWerknemers.

6.

In een onderzoek naar Twitter gebruik onder UvA medewerkers trek ik één steekproef uit alle UvA medewerkers. Vervolgens zoek ik uit of de medewerker een Twitter account heeft. Ten slotte vergelijk ik oudere met jongere medewerkers om te toetsen of jongere medewerkers vaker een Twitter account hebben dan oudere medewerkers. Vormen de UvA medewerkers de empirische populatie, een statistische populatie of geen van beide in dit onderzoek?

Answer: Zij zijn alleen de empirische populatie, geen statistische populatie.

7.

In een onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat waarschijnlijk 17% tot 21% van de Nederlanders een bepaalde merknaam kennen. Welke techniek is hier toegepast?

Answer: Schatten.

8.

Inferentiële Statistiek heeft te maken met de externe validiteit van het onderzoek. Waarom?

Answer: Omdat je bepaalt of je een resultaat mag generaliseren naar de populatie.

9.

Je hebt de nulhypothese verworpen dat het opleidingsniveau in een steekproef representatief is voor het opleidingsniveau van alle volwassen Nederlanders. De kans dat je een foute conclusie trekt, is minder dan 1%. Hoe noemen we deze kans?

Answer: Het significantieniveau van de toets.

10.

Je hebt twee onderzoeken gevonden naar het verband tussen het spelen van gewelddadige computerspelletjes en ADHD-gerelateerd gedrag. Beide onderzoeken concluderen dat kinderen die meer gewelddadige computerspelletjes spelen, vaker gedrag vertonen dat op ADHD lijkt. Het ene onderzoek vond plaats in België (r = 0,11, p = 0,004), het andere in Nederland (r = 0,19, p < 0,001). Kun je nu concluderen dat het verband in Nederland statistisch significant sterker is dan in België?

Answer: Nee, want ze toetsen alleen of de correlaties van nul verschillen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xSusanne. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

97338 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.30  7x  sold
  • (2)
  Add to cart