100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
(Samenvatting) Social Work. Semester 2 - blok 5. Inclusie: Economische Ongelijkheid. CHECK OOK DE OEFENVRAGEN! $6.56   Add to cart

Summary

(Samenvatting) Social Work. Semester 2 - blok 5. Inclusie: Economische Ongelijkheid. CHECK OOK DE OEFENVRAGEN!

  • Course
  • Institution

(Samenvatting) Social Work. Semester 2 - blok 5. Inclusie: Economische Ongelijkheid. Samenvatting van het gehele blok!! CHECK OOK DE OEFENVRAGEN!

Preview 4 out of 64  pages

  • May 3, 2018
  • 64
  • 2016/2017
  • Summary
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 75 Flashcards
$3.82 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Volgens Engbersen (2017) is het moeilijk om een definitie te geven van het begrip armoede. Leg uit hoe dit komt en maak in je antwoord gebruik van de volgende begrippen: o Subjectieve benadering o Objectieve benadering o Relatief en absoluut (Hoofdstuk 2)

Answer: De ontwikkeling van de westerse armoedewetgeving laat een verschuiving zien van een ‘absoluut’, fysiek bestaansminimum --> naar een ‘relatief’, maatschappelijk bestaansminimum. De ontwikkeling van de verzorgingsstaat is daarop van grote invloed geweest. Om relatieve armoede in kaart te brengen worden er subjectieve en objectieve benaderingen gebruikt. - De subjectieve benadering berust op de gedachte dat de betrokkenen zelf het beste weten wat hun bestaansminimum is. - In de objectieve benadering wordt het minimum gedefinieerd in termen van een aantal door anderen bepaalde criteria.

2.

Engbersen (2017) meent dat er een gevaar is van overschatting als wel onderschatting met betrekking tot armoede.o Op welke wijze herken je dit in de uitspraken van politici van verschillende politieke partijen? o Weet je voorbeelden van overschatting en onderschatting van armoede uit je stage? o Engbersen spreekt ook over verschillende belangen en betrokkenen. Op welke wijze zie je dit terug in het voorbeeld uit je stage? (Hoofdstuk 2)

Answer: Sommigen rekenen zich ‘arm’ en anderen rekenen zich ‘rijk’ aan het aantal armen. Aan de verschillende rekensommen liggen verschillende armoededefinities, maar vooral ook verschillende belangen ten grondslag. Politici hecht vanuit mijn optiek verschillende definities aan het woord armoede. Zo heb je bijvoorbeeld een nieuw geïntroduceerd begrip, namelijk sociale uitsluiting. Doordat er verschillende dingen worden verstaan onder het feit van wanneer iemand verkeerd in armoede, bestaat er dus ook een verschil in de over- en onderschatting. Op mijn stageplaats heb ik niet de mogelijkheid om inzichten te krijgen in armoede. --> Wie zich in zo een situatie verkeert.

3.

Engbersen (2017) spreekt over 6 principes die van belang zijn in het definiëren van het begrip armoede. (Hoofdstuk 2)

Answer: • Wat is armoede wel? • Armoede is het resultaat van onvoldoende middelen. • Armoede betekent uitsluiting van de samenleving. • Armoede is meervoudige deprivatie. • Wat is armoede niet? • Sociale ongelijkheid resulteert niet noodzakelijkerwijs in armoede. • Sociale problemen hoeven niet noodzakelijkerwijs te resulteren in armoede • Armoede is niet hetzelfde als zich arm voelen.

4.

Wat bedoelt Engbersen (2017) als hij zegt: “dat wetenschappelijke betekenis van armoede een relatie moet hebben met de maatschappelijke betekenis van armoede”? (p. 6). Noem een voorbeeld ter verheldering van je antwoord en maak in je antwoord gebruik van het begrip common sense. (Hoofdstuk 2)

Answer: Denk aan het woord ‘sociale uitsluiting’. Dit is een wetenschappelijke term voor het woord armoede. Op het moment wanneer die wetenschappelijke term niet aansluit op de situaties in de huidige maatschappij, dat vindt het begrip geen aansluiting bij de ‘common sense’ en boet het begrip aan geloofwaardigheid en zeggingskracht. Voorbeeld: …? --> Concreet voorbeeld navragen. --> Relatieve begrip van armoede --> in de context gebruiken. Voorbeeld met studenten. (Feit en fictie.) Common sense --> logisch beredeneren.

5.

Engbersen (2017) spreekt over 7 kenmerken van armoede o Benoem deze kenmerken. o Wat zou je bij een intake van een cliënt moeten weten om zicht te krijgen in de context van je cliënt met betrekking tot economische ongelijkheid en armoede? o Waar moet je op letten tijdens het gesprek? Denk aan de doelgroep. Met andere woorden welke vaardigheden en houding heb je nodig bij het stellen van deze vragen? (Hoofdstuk 2)

Answer: • Weinig geld. -->’Prijskopen’ en schulden opbouwen. • Het sociale isolement. --> Werkloosheid (krappe financiële situatie), inkrimpen van netwerk. • Het geringe profijt van sommige overheidsvoorzieningen. -->Onderwijsdeelname dat niet leidt tot een volwaardig plek op de arbeidsmarkt. • Verstatelijking van de zorg. --> Staatsafhankelijkheid en bureaucratie. • De moderne armen vormen een zeer heterogene groep. --> Toegenomen groepsonderscheidingen, zondebokgroepen (schuld krijgen van iets). • Moderne armoede is geografisch lokaliseerbaar. --> Oude stadswijken, cumulatie van problemen, werkloosheid, kleine criminaliteit, concentratie van allochtonen. • Moderne armoede heeft betrekking op de culturele aanpassingen van burgers in hun reactie op hun begrensde mogelijkheden. --> ‘culture of poverty’, gebrek aan participatie in de belangrijkste institutionele verbanden van een samenleving. Allereerst of hij zich een noodsituatie verkeerd en of er directe probleemoplossend moet worden gedacht. Maar hoe weet je dat?  Inzicht krijgen in zijn financiën en zijn sociaal netwerk. Neem Rogers als uitganspunt: onvoorwaardelijke positieve waardering, empathie en congruentie. Stel open vragen. Heb begrip voor het individu, indien hij/zij iets niet wilt vertellen. Het is namelijk een gevoelig onderwerp vanuit mijn perspectief. Probeer vooral zijn vertrouwen te winnen en te zorgen voor veiligheid binnen het gesprek en de omgeving.

6.

Ben je het eens met de stelling dat met betrekking tot armoede het accent niet meer ligt op de materiële dimensie maar eerder op de sociale dimensie (Engbersen, 2017, p. 10)? Beargumenteer je antwoord aan de hand van een concrete situatie. (Hoofdstuk 2)

Answer: Zeker. Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat, oftewel een verzorgingsstaat. Dit houdt in dat je in Nederland wordt gefaciliteerd in hoeverre het kan. Vaak worden de primaire behoeftes (Maslow) voorzien, denk aan onderdak. Wat betreft de sociale dimensies kunnen er minder (direct, rechtstreeks) invloed worden uitgeoefend. Bijvoorbeeld problemen binnen het sociaal netwerk proberen op te lossen. Echter ben ik het niet volledig eens met deze stelling. Zoals in de tekst van Engbersen wordt benoemd is armoede relatief. Dit houdt in dat het tijds- en plaatsgebonden is. laten we een uitstapje nemen naar de niet-westerse landen / de ontwikkelingslanden. Bepaalde landen in Afrika bijvoorbeeld. Daar geldt het voor mij nog wel dat armoede te maken heeft met de materiële dimensies.  Kinderen die worden geboren zonder: ouders, onderdak en weinig tot geen eten. Zij worden daar namelijk niet in voorzien. In deze kwestie zal vanuit mijn optiek de materiële dimensies tot norm moeten worden verheven in de aanpak van armoede.

7.

Wat wordt er bedoeld met het begrip street-level bureaucracy? Is een social worker een street-level bureaucraat? Beargumenteer je antwoord aan de hand van een concrete situatie en maak gebruik van het begrip creaming. (Hoofdstuk 2)

Answer: Het begrip heeft betrekking op openbare dienstverlenende organisaties, waar ambtenaren werkzaam zijn die in face to face contact staan met burgers (bijvoorbeeld bureaus van Sociale Dienst, wijkbureaus van politie, arbeidsbemiddelingsbureaus). Afhankelijk van het werkveld waar de social worker in werkt, kan hij/zij een street-level bureaucraat zijn. Zorg kan vrijwillig of onvrijwillig zijn. Als social worker kan je in aanraking komen met cliënten die ongevraagd zorg, of laten we zeggen hulp krijgen. Neem als voorbeeld ‘Fort Oranje’. Stel dat je daar als social worker gaat interveniëren, om de sociale cohesie te versterken en om overlast te degraderen. Je zult moeten afstappen op mens, die hoogstwaarschijnlijk niet om jouw hulp hebben gevraagd. Daarnaast zullen er misschien keuzes moeten worden gemaakt (creaming) in welke buren weg moeten om ervoor te zorgen dat de buurtoverlast minder wordt. Hierdoor blijven de meest geschikte kandidaten daar wonen. Een ander voorbeeld wat betreft creaming kan zijn, is controleren of jouw cliënt voldoet aan de eisen van de overheid om een zorgzwaartepakket te krijgen.

8.

Engbersen (2017) benoemt 5 talen waarin over armoede gesproken wordt. o Benoem deze talen en leg uit wat ze betekenen. o Formuleer voor elke taal een stelling die exemplarisch is. Gebruik de (social) media. o Welke talen worden gesproken in het werkveld van een social worker? Beargumenteer je antwoord. Maak in je antwoord gebruik van de begrippen werken en handelen van Hannah Arendt. (Hoofdstuk 3)

Answer: 1. De bureaucratische taal --> abstract, technisch en quasi-neutraal. Het classificatieschema dat wordt toegepast om ‘de afstand’ van werklozen ‘tot de arbeidsmarkt te meten’. 2. De moralistische taal --> Een moreel oordeel over de houding en het gedrag van de armen. (Onverantwoordelijk, gevaarlijk, uitverkoren.) 3. De dramatische taal --> concreet, beeldend, persoonlijk en emotioneel. 4. De wetenschappelijke taal --> minder eenduidig en eendimensionaal. Veel aandacht voor de oorzaken van armoede en voor de ontwikkeling van alternatieve begrippen die beter zouden corresponderen met de complexe realiteit waarin lage inkomensgroepen zich bevinden. --> Geen armoede, maar: ‘relatieve deprivatie’, ‘sociale uitsluiting’ of ‘sociale overbodigheid’. 5. De taal van de armen betreft de wijzen waarop armen zelf hun situatie verwoorden. De taal van armen is in tweeledig opzicht van belang. Ten eerste geeft zij inzicht in de manieren waarop zij hun maatschappelijke positie beleven. Ten tweede heeft de taal van de armen inzicht in de vitaliteit en de weerbaarheid van arme huishoudens. In het werkveld van een social worker zullen de volgende talen worden gesproken: - De bureaucratische taal, omdat je als social worker werkt op drie verschillende niveaus, namelijk: micro-, meso- en macroniveau. Op macroniveau zal je ook met beleidstukken in aanraking komen. Denk aan bepaalde wetten waar armen mee in aanraking komen en waar zij, de armen, niet mee kunnen omgaan. Door alle moeilijkheden zullen de social worker om hulp kunnen vragen. - De moralistische taal, omdat je als social worker in aanraking kan komen met individuen die een gevaar kunnen zijn voor de maatschappij, maar nog niet ontdekt zijn. Denk aan kinderen waarbij een ernstige gedragsstoornis zich begint te ontwikkelen. En dan spreek in een context van armoede waar het kind zich in verkeert, waardoor dat zijn gedrag negatief bekrachtigd. - De dramatische taal, omdat je als toekomstig social work niet alleen vanuit de rede, maar ook met je hart zal moeten werken. Je kunt in aanraking komen met veel verschillende, waardoor je ook heftigheden kunt tegenkomen, waarvan je schrikt. Dit zal je dan met anderen bespreken (handelen) hoe je hiermee moet omgaan, als je het bijvoorbeeld meeneemt naar huis. - De wetenschappelijke taal, omdat je als social worker een generalistisch en geïntegreerde blik van wetenschappelijke kennis hebt die je meeneemt in de maatschappij. Je zult moeten werken volgend evidence-based protocollen bijvoorbeeld (doel-middelrationaliteit, werken).

9.

Engbersen (2017) spreekt ook over cijfertaal. Hij meent dat cijfers niet onschuldig zijn en waardeoordelen bevatten. o Benoem 4 verborgen boodschappen die Engbersen aankaart. o Laat aan de hand van concrete voorbeelden zien hoe deze boodschappen effect hebben op het leven van mensen die in armoede leven. (Hoofdstuk 3)

Answer: • Ten eerste dat we te maken hebben met een sociaal probleem dat omvangrijk en daarom belangrijk genoeg is om te tellen. --> Denk aan de pluriformiteit van Rotterdam, 174 nationaliteiten, en de problematiek in Rotterdam. De omvangrijkheid zorgt ervoor dat het belangrijk genoeg is om te tellen. • Ten tweede dat het mogelijk is om een categorie, bijvoorbeeld armen, te identificeren en vervolgens te tellen. --> Denk aan de CO-pas voor daklozen. Je mag pas bij het Leger des Heils naar binnen als je bent te identificeren als een mens die in armoede leeft. Het is handig voor het macroniveau om een beeld te krijgen van een daling van armen in de toekomstige jaren bijvoorbeeld. • Ten derde kan door te tellen een kunstmatige gemeenschap worden gecreëerd die politiek gemobiliseerd kan worden (vgl. Bijvoorbeeld de acties van de werkgroep ‘De arme kant van Nederland’). --> Fort Oranje. • Ten vierde ligt in de presentatie van cijfers – soms impliciet en soms expliciet – de belofte besloten dat via cijfermatige manipulatie een probleem kan worden opgelost. --> Stel dat we de uitkering omhoog doen, dan is het opgelost --> dat is dit niet zo (manipuleren). Studenten wel of niet meenemen in de de telling. Cijfertaal Enerzijds heb je ze nodig, anderzijds moet je de cijfers relativeren (geen absolute waarheden).

10.

Engbersen (2017) spreekt over armoedeparadigma’s. o Wat is een paradigma? o Welke 5 perspectieven zijn er? Leg deze uit. o Geef per perspectief een voorbeeld met betrekking tot het werkveld van een social worker en laat zien welke consequenties dit perspectief kan hebben op de houding van een social worker. o Geef voorbeelden van hoe je deze perspectieven in de afgelopen weken in het politieke debat hebt gezien. o Geef per perspectief een voorbeeld met betrekking tot het werkveld van een social worker en laat zien welke consequenties dit perspectief kan hebben op de houding van een social worker.

Answer: o Wat is een paradigma? Armoedeparadigma’s vormen een geheel van overtuigingen, veronderstellingen en beleidsinstrumenten die een rol spelen in de naamgeving, beoordeling en bestrijding van armoede. o Welke 5 perspectieven zijn er? Leg deze uit. • Het moraliseringperspectief --> Armoede werd herleid tot de zondige, inferieure karaktertrekken van individuen. Armen werden gezien als collectieve bedreiging voor de maatschappelijke orden. --> Oprichten van armenhuizen (heropvoeden). • Het medicaliseringperspectief --> Mensen zijn arm omdat zij door fysieke en psychische problemen niet in staat zijn te werken, of omdat zij opgroeien in een ‘zieke’ sociale omgeving (Afro-Amerikaanse getto’s). Criminaliteit, tienerzwangerschap, opkomst van drugseconomie. • Het biologische perspectief --> Armoede wordt verklaard vanuit de natuurlijke aanleg van individuen. Rijken zijn slim en armen zijn dom. • Het verheerlijkingperspectief --> Armen als verheven groep. In de middeleeuwen als uitverkorenen. Niet afhankelijk van het abstract en bureaucratisch zorgstelsel. • Het normaliseringsperspectief --> Armen als kwetsbare burger die buiten zijn wil en schuld in de problemen is geraakt. Niet het gevolg van individueel falen, maar van maatschappelijke oorzaken. Geef per perspectief een voorbeeld met betrekking tot het werkveld van een social worker en laat zien welke consequenties dit perspectief kan hebben op de houding van een social worker. o Geef voorbeelden van hoe je deze perspectieven in de afgelopen weken in het politieke debat hebt gezien. Niet echt gevolgd. o Geef per perspectief een voorbeeld met betrekking tot het werkveld van een social worker en laat zien welke consequenties dit perspectief kan hebben op de houding van een social worker. - Het moraliseringperspectief: vluchtelingenwerk. De maatschappij heeft vaak nog het beeld van vluchtelingen dat zij gevaarlijk zijn, omdat zij terrorisme eraan koppelen. De social worker zal door indoctrinatie van de organisatie waar hij in werkt ook zo kunnen gaan denken en dus een subjectieve bril opzetten. - Het medicaliseringperspectief: werken in een zorg & welzijn instelling. Zien dat mensen veel psychische klachten hebben en daardoor hun werk zijn verloren en in armoede zijn gaan leven. De social worker zal dit beeld meenemen in zijn verdere loopbaan, terwijl hij/zij dan eigenlijk aan het generaliseren is. - Het biologisch perspectief: individuen die zich in het minderwaardigheidscomplex hebben geplaatst, omdat zij als kind altijd zijn verwaarloosd. Denk aan jongerenwerk. Jongeren die zichzelf als persoon beschouwen die in armoede leeft, omdat hij niet tot de capaciteiten beschikt om te werken. Het individu vormt het beeld van zichzelf, dat hij niet capabel is, terwijl dat hoogstwaarschijnlijk wel zo is. Het gevolg voor de social worker is dat hij/zij meer moeite zal moeten doen om de cliënt te motiveren dan wanneer het individu niet zo een geïndoctrineerd beeld heeft door zijn/haar verwaarlozing. - Het verheerlijkingperspectief. Als social worker ga je dak- en thuislozen op straat opzoeken om hen te helpen. Je vindt het bewonderingswaardig dat zij zo onafhankelijk zijn van het maatschappelijk systeem en de stress daarvan. - Het normaliseringperspectief. Door de automatisering/robotisering raken de burgers met een middenklassen hun werk kwijt. Jij zult hen als social worker weer moeten helpen om aan werk te komen, of om hen verder te ontwikkelen in hun cognitief proces. Dit kan bijvoorbeeld door hen door te sturen naar passende cursussen. Als social worker zal je dan in je eigen netwerk moeten gaan kijken naar de mogelijkheden die je tot beschikking hebt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ashrayjagernath. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

101808 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.56
  • (0)
  Add to cart