8.
Engbersen (2017) benoemt 5 talen waarin over armoede gesproken wordt.
o Benoem deze talen en leg uit wat ze betekenen.
o Formuleer voor elke taal een stelling die exemplarisch is. Gebruik de (social) media.
o Welke talen worden gesproken in het werkveld van een social worker? Beargumenteer je antwoord. Maak in je antwoord gebruik van de begrippen werken en handelen van Hannah Arendt. (Hoofdstuk 3)
Answer: 1. De bureaucratische taal --> abstract, technisch en quasi-neutraal. Het classificatieschema dat wordt toegepast om ‘de afstand’ van werklozen ‘tot de arbeidsmarkt te meten’.
2. De moralistische taal --> Een moreel oordeel over de houding en het gedrag van de armen. (Onverantwoordelijk, gevaarlijk, uitverkoren.)
3. De dramatische taal --> concreet, beeldend, persoonlijk en emotioneel.
4. De wetenschappelijke taal --> minder eenduidig en eendimensionaal. Veel aandacht voor de oorzaken van armoede en voor de ontwikkeling van alternatieve begrippen die beter zouden corresponderen met de complexe realiteit waarin lage inkomensgroepen zich bevinden. --> Geen armoede, maar: ‘relatieve deprivatie’, ‘sociale uitsluiting’ of ‘sociale overbodigheid’.
5. De taal van de armen betreft de wijzen waarop armen zelf hun situatie verwoorden. De taal van armen is in tweeledig opzicht van belang. Ten eerste geeft zij inzicht in de manieren waarop zij hun maatschappelijke positie beleven. Ten tweede heeft de taal van de armen inzicht in de vitaliteit en de weerbaarheid van arme huishoudens.
In het werkveld van een social worker zullen de volgende talen worden gesproken:
- De bureaucratische taal, omdat je als social worker werkt op drie verschillende niveaus, namelijk: micro-, meso- en macroniveau. Op macroniveau zal je ook met beleidstukken in aanraking komen. Denk aan bepaalde wetten waar armen mee in aanraking komen en waar zij, de armen, niet mee kunnen omgaan. Door alle moeilijkheden zullen de social worker om hulp kunnen vragen.
- De moralistische taal, omdat je als social worker in aanraking kan komen met individuen die een gevaar kunnen zijn voor de maatschappij, maar nog niet ontdekt zijn. Denk aan kinderen waarbij een ernstige gedragsstoornis zich begint te ontwikkelen. En dan spreek in een context van armoede waar het kind zich in verkeert, waardoor dat zijn gedrag negatief bekrachtigd.
- De dramatische taal, omdat je als toekomstig social work niet alleen vanuit de rede, maar ook met je hart zal moeten werken. Je kunt in aanraking komen met veel verschillende, waardoor je ook heftigheden kunt tegenkomen, waarvan je schrikt. Dit zal je dan met anderen bespreken (handelen) hoe je hiermee moet omgaan, als je het bijvoorbeeld meeneemt naar huis.
- De wetenschappelijke taal, omdat je als social worker een generalistisch en geïntegreerde blik van wetenschappelijke kennis hebt die je meeneemt in de maatschappij. Je zult moeten werken volgend evidence-based protocollen bijvoorbeeld (doel-middelrationaliteit, werken).