Samenvatting Nederlands bt2 toets 1 (Taaldidactiek pag. 47-85, Nederlands als tweede taal hoofdstuk: 2,3&4)

1. Het digitale tv-systeem van meneer de Groot werkt niet. Hij belt de helpdesk. De medewerker van de helpdesk legt uit wat meneer de Groot moet doen. Wat is het spreekdoel van de medewerker van de helpdesk in dit voorbeeld. a) Informeren b) Instrueren c) overtuigen

Answer: a) informeren

2. Stella loopt naar de bus en mompelt. Dan ga ik zo eerst NL leren en daarna mijn les natuuronderwijs voor morgen voorbereiden. Van welke taalfunctie is in dit voorbeeld sprake? a) Structurering van het gesprek b) Zelfhandhaving c) Zelfsturing

Answer: c) zelfsturing

Als Henk voor zijn moeder boodschappen gaat doen zegt hij: dan ga ik eerst naar de bakker en dan naar de groenteman. Van welke sociale taalfunctie is in die voorbeeld sprake? a) Sturing van anderen b) Zelfhandhaving’ c) Zelfsturing

Answer: c) zelfsturing

Kiki uit groep 5 is net verhuisd en verteld in de vertelkring op school hoe haar nieuwe kamer eruit ziet. Van welke taalfunctie is in bovenstaand voorbeeld sprake? a) Projecteren b) Rapporteren c) Redeneren

Answer: b) rapporteren

Er worden twee soorten taalfuncties onderscheiden: sociale en cognitieve. Welke van de onderstaande beweringen is juist? a) Redeneren en zelfsturing zijn beide cognitieve taalfuncties b) Redeneren is een cognitieve taalfunctie c) Zelfsturing is een cognitieve taalfunctie

Answer: b) Redeneren is een cognitieve taalfunctie

Eva zegt tegen haar klasgenootje. Ik ga proberen heel mooi te schrijven, want dan mag ik van de juf daarna met rood schrijven Van welk spreekdoel is in het bovenstaande voorbeeld sprake? a) Amuseren b) Informeren c) Instrueren d) Overtuigen

Answer: b) Informeren

Welke van onderstaande taalfuncties is een cognitieve taalfunctie? a) Sturing van anderen b) Rapporteren c) Zelfhandhaving

Answer: b) rapporteren

gedurende hun taalontwikkeling leren kinderen onder andere de regels met betrekking tot taalinhoud Tot welk aspect van het taalontwikkelingsproces behoren deze regels over taalinhoud? a) Morfologisch b) Pragmatisch c) Semantisch

Answer: c) Semantisch

Bij het voorbereiden en uitvoeren van een spreekbeurt voor de klas moet een aantal aspecten doordacht worden. Welk aspect hoort niet in dit rijtje thuis. a) Beurtwisseling b) Oriënteren on de inhoud c) Plannen d) presenteren

Answer: a) Beurtwisseling

gedurende hun taalontwikkeling leren kinderen onder andere de regels met betrekking tot taalgebruik. Tot welk aspect van het taalontwikkelingsproces behoren deze regels over taalgebruik? a) Morfologie b) Pragmatiek c) Semantiek

Answer: b) Pragmatiek