Samenvatting Focusvragen Gray

Wat was Descartes’ versie van dualisme? Hoe heeft dit bijgedragen aan de wetenschap van de psychologie?

Answer: Descartes versie was dat het lichaam een machine is en dat de meeste dingen die wij kunnen mechanisch zijn en zonder invloed van de ziel. In tegenstelling tot andere filosofen, geloofde Descartes dat de ziel 1 functie heeft: het denken. Zijn visie heeft door de nadruk op de grote rol die het lichaam (als machine) speelt in gedrag bijgedragen aan de psychologie.

Waarom was Descartes’ theorie niet volledig geschikt voor de psychologie?

Answer: Omdat volgens zijn theorie er stikte grenzen zijn wat wel en wat niet wetenschappelijk kan worden bestudeerd, terwijl in de praktijk die grenzen veel vager zijn.

Hoe heeft Hobbe’s materialisme bijgedragen aan de grondbeginselen van de psychologie?

Answer: Hobbe’s idee is dat het lichaam een machine is en dat elk gedrag mechanisch verklaard kan worden. Het stelt geen grenzen aan wat wel en wat niet onderzocht kan worden, omdat alles uit materie bestaat volgens Hobbe.

Hoe heeft het negentiende-eeuwse begrip van het zenuwstelsel de gedragstheorie van reflexologie geïnspireerd?

Answer: In de negentiende eeuw kwamen onderzoekers erachter dat het zenuwstelsel uit neuronen bestaat en dat deze reageert op stimuli. Zo ontstond het idee dat alle acties en gedragingen het gevolg waren van stimuli van buitenaf, dus reflexen zijn.

Hoe heeft de lokalisering van hersenfuncties bijgedragen aan het idee dat de geest wetenschappelijk bestudeerbaar is?

Answer: De lokalisering van functies duidde erop dat mentale processen (en dus gedrag) een materiele basis hebben.

Hoe verklaarden Britse empiristen de oorsprong van complexe ideeën en gedachten? Welke rol speelde de wet van associatie door nabijheid (law of association by contiguity) in hun filosofie? Wat was de invloed op de psychologie?

Answer: Empirisme: menselijk denken en kennis komt van sensorische ervaringen. Complexe ideeën en gedachten zijn volgens de Britse empiristen een optelsom/combinatie van simpele elementaire ideeën. Volgens de wet van associatie door nabijheid worden losse (sensorische) ervaringen die gelijk of achter elkaar volgen aan elkaar gekoppeld. Dit speelt een belangrijke rol bij het leren en geheugen. In de psychologie is een groot deel gewijd aan de studie van de invloed die de omgeving heeft op het gedrag, gedachten en gevoel.

Waarom is de mogelijkheid om te leren afhankelijk van aangeboren kennis? Wat is volgens de nativistische visie van Kant het verschil tussen a priori en a posteriori kennis?

Answer: Nativisme: is het tegenovergestelde van empirisme en stelt dat kennis is aangeboren en niet aangeleerd/afhankelijk van sensorische ervaringen. De kennis om te leren, zoals leren lopen en praten, moet wel aangeboren zijn volgens het nativisme. Dit soort kennis wordt door Kant a priori kennis genoemd, aangeboren dus. De kennis van het leren, zoals grammaticaal begrip, is niet aangeboren en wordt door Kant a posteriori kennis genoemd.

Hoe heeft de evolutietheorie van Darwin door het beschrijven van de functies van gedrag een wetenschappelijke basis gelegd? Hoe past a priori kennis hierin?

Answer: Volgens Darwins theorie moet alles in ons lichaam en ons gedrag een functie hebben, anders had de natuurlijke selectie het niet doorgegeven. Door deze natuurlijke selectie hebben dieren instinctieve gedragingen ontwikkeld die hun kans op overleven en reproductie bevorderen. De a priori kennis, zoals lopen en praten, is ons dus doorgegeven door natuurlijke selectie omdat het voor ons een functie heeft in het overleven en reproduceren.

Hoe verschillen geleerde en cognitieve verklaringen van elkaar? Hoe kan elk toegepast worden op het begrijpen van jaloezie?

Answer: Geleerde ervaringen: hoe het leren de typen van het bestudeerde gedrag (heeft) beïnvloedt. Bij jaloezie kan dit verklaard worden door eerdere ervaringen van bedrog. Cognitieve verklaringen: hoe het denken het bestudeerde gedrag beïnvloedt. Het bedenken dat je relatie erg kwetsbaar is en er een grote dreiging is van een derde partij, is een cognitieve verklaring voor jaloezie.

Hoe verschillen neurale, genetische en evolutionaire verklaringen van elkaar? Hoe kan elk toegepast worden op het begrijpen van jaloezie?

Answer: Neurale verklaringen: hoe het zenuwstelsel het bestudeerde gedrag of ervaring produceert. Bij jaloezie kan je dan mbv een MRI of PET de hersenactiviteit meten bij een mens/dier dat jaloers is, om te begrijpen welke hersendelen hiervoor verantwoordelijk zijn. Ook kan men verklaringen zoeken bij mensen die na een hersenbloeding geen jaloezie meer vertonen. Genetische verklaringen: hoe de genen effect hebben op het bestudeerde gedrag/evaring. Dmv tweeling-studies kan achterhaald worden hoe groot het effect is van de genen op het gedrag. Als eeneiige tweelingen meer vergelijkbaar gedrag vertonen dan twee-eiige tweelingen dan valt het gedrag genetisch te verklaren. Evolutionaire verklaringen: hoe en waarom het bestudeerde gedrag is overgeleverd door natuurlijke selectie. Jaloezie heeft als functie om individuen te verbinden voor langere tijd. Dit bevordert dan de overlevingskans of reproductie van de individuen.