Samenvatting PBAN04 Bodemkunde

In welke tijd was er landijs in Nederland?

Answer: Saalien

Wat is een pingo ruïne? En waar vind je die?

Answer: Een gesmolten ijslens die is ingestort. Friesland, Groningen, Overijssel en Drenthe

Welke grond behoort tot deze horizontencode en waaraan kun je dat zien?: A1 A2 E Bh C

Answer: Dit is een humuspodzol. Dit is te zien doordat de pre bij een podzol is dat er een duidelijke E en B laag inzit (in en uitspoelingslaag). Het humus gedeelte is omdat er een kleine letter h bij de B staat die staat voor humus.

Keileem werd afgezet dankzij het landijs, in welke tijd was dit?

Answer: In het Saalien.

Welk bodemvormend proces hoort bij bruine bosgrond?

Answer: Verbruining of wel podzolisatie

Wat is katteklei?

Answer: Klei waarbij sulfiden kalk heeft weggehaald. Het is zure grond en niet geschikt voor landbouw. De sulfiden zijn aangebracht door zeewater met sulfiden

Wat is veldcapaciteit , en waar vind je dat op de PF curve?

Answer: Als de grond volledig verzadigd is, maar de grond door zwaartekracht het overtollige water heeft afgevoerd uit de grote poriën en er komt weer lucht in de grond. Deze is te vinden bij pF2

Waar staan de volgende horizontcodes voor? O A E B C R

Answer: O = Strooisel laag - Aeroob milieu A = Mineraal of moerige horizont waarbij de organische stof vrijwel geheel is omgezet E = Wordt ook wel A2 horizont genoemd, is de uitspoelingslaag van A en heeft dus ook een lichtere kleur dan A. B = Inspoelingslaag door E, donkerder van kleur en homogeen. ( E kan niet te zien zijn door het ploegen, B is een pre bij bijvoorbeeld podzol) C = Moedermateriaal R = Rots of vast gesteente.

Welke afzettingen waren er in het tertiair?

Answer: Grof rivierzand ( noord NL arm, zuid NL rijk)

Hoe is een Sandr ontstaan?

Answer: Door het smelten van de ijskap baant het water zich een weg door de gevormde stuwwal, het water neemt fijn zand mee en legt dit achter de stuwwal neer; de sandr vlakte.